4 goede redenen om minder hard te werken

Hard werken is belangrijk en nodig om te komen waar je wil zijn, en geeft bovendien voldoening. Maar als je weekend nauwelijks lang genoeg is om bij te kunnen komen, werk je dan niet iets te hard? 4 legitieme redenen om het net even wat rustiger aan te doen.

1. Succes is (lang) niet het enige wat je gelukkig maakt
Hoeveel je ook van je werk houdt en hoe ambitieus je ook bent, je leven gaat over meer dan je baan of je bedrijf alleen. Als je denkt dat dit uiteindelijk datgene is waar je geluk uit kunt halen, ga je er bekaaid vanaf komen. Hoe succesvol je ook bent, alles went en je zult altijd meer willen behalen om hetzelfde gevoel van bevrediging te ervaren. Los van het gegeven dat een rechte lijn van eindeloze groei onnatuurlijk en bijna onmogelijk is, beroof je jezelf van de kleine geluksmomenten die het leven evengoed de moeite waard maken. “Don't confuse having a career with having a life”, sprak Hilary Clinton eens.

De Australische verpleegster Bronnie Ware werkte in de palliatieve zorg en sprak talloze oude mensen over hun leven en over datgene waar ze spijt van hadden, en waarvan ze hoopten dat jongere mensen dat anders zouden doen. Ze schreef er het boek Regrets of the Dying over, in Nederland uitgebracht als Als ik het leven over mocht doen. Een van de meest genoemde spijtbetuigingen: ik wou dat ik niet zo hard had gewerkt. Vrijwel iedere mannelijke patiënt zei dit volgens Ware.

2. Het is slecht voor je gezondheid
‘Als een gek’ werken kan je letterlijk ziek maken. Hard werken gaat meestal gepaard met een hoge werkdruk, wat al snel leidt tot werkstress. Als werkstress langdurig aanhoudt, kan dat gezondheidsklachten veroorzaken. Waar het stresshormoon cortisol bedoeld is om je tijdens kortdurende, uitdagende periodes te ondersteunen, tast een continue hoge aanwezigheid ervan je lichaam aan.

Wetenschappers komen er steeds beter achter hoe zeer stress je systeem sloopt, en ervoor zorgt dat je letterlijk op reserves leeft. Er zijn psychische gevolgen, zoals een verhoogde kans op depressie en angststoornis, en lichamelijke gevolgen, zoals een minder weerbaar immuunsysteem, slaapproblemen en spijsverteringsklachten. Ook je hersenen zien gevolgen: zo wordt onder meer je geheugen slechter wanneer er sprake is van aanhoudende stress.

3. Te hard werken geeft een verkeerd signaal af
Hoewel ‘het druk hebben’ hét statussymbool is van de 21e eeuw, kom je echt niet zo positief over als je wellicht denkt. Allereerst geef je je leidinggevende de indruk dat je blijkbaar niet zo goed bent, want waarom krijg je je taken niet af binnen het tijdsbestek van een normale werkweek? Dat duidt op een onverstandige werkwijze. Of leg je de lat hoog en ben je continu aan het overpresteren? Met doen alsof dat normaal is, creëer je alleen maar onrealistische verwachtingen en snijd je jezelf sowieso ongelooflijk in de vingers. Je blijft een mens, geef jezelf ruimte om soms even wat minder hard te rennen.

Naar beneden toe heb je er overigens ook weinig aan: te hard werken komt vaak neer op micro-managen en daar wordt niemand blij van. Daarbij duidt het op niet durven delegeren, wat betekent dat je je mensen in feite niet voldoende vertrouwt.

4. Te hard werken schaadt je creativiteit en probleemoplossend vermogen
Je hebt ‘vrije’ tijd nodig om de beste creatieve inzichten te krijgen. Als je werkschema gecombineerd met de verplichten van je privéleven zo hectisch is dat je vrijwel geen ruimte over hebt, dan is het een kwestie van tijd voor je creativiteit opdroogt – en daarmee je vermogen om te komen tot vernieuwende inzichten.

Dat zag de Britse sociaalpsycholoog en medeoprichter van de London School of Economics Graham Wallace zo’n honderd jaar geleden al. In zijn boek uit 1926 The Art of Thought analyseerde hij het creatieve proces van beroemde wetenschappers. Hij creëerde een model dat uit 4 stappen bestaat, en waarvan de 2e stap misschien wel de belangrijkste is: ‘incubatie’, oftewel een tijdsperiode waarin je je actieve denken over het vraagstuk even bewust uitzet. Op die manier kan je bewustzijn in contact komen met je onderbewustzijn, waar je creativiteit huist. Dat is ook de reden dat de meeste ideeën tot je komen terwijl je sport of onder de douche staat. (bron: Intermediair)