Column Alje Bosma: Jam
Auteur: Alje Bosma
Ochtendgloren en de oude man wordt swingend wakker op So What van de lp Kind of Blue van Miles Davis c.s. Het album dat een nieuw tijdperk van jazz inluidt. Er is een tijd voor en een tijd na het uitbrengen van dit werk. De oude man vraagt zich af of hij deze muziek wel kan waarderen terwijl zijn lichaam danst, zijn lippen luchttrompet spelen en het dekbed van het bed afglijdt. ‘Wil je jam op je oude kaas, oude baas?’, vraagt Rensje uit de keuken. Yes, roept hij naar beneden en danst zichzelf naar de badkamer waar hij zijn wangen voor de spiegel volblaast als eens zijn grote idool deed. Drank, drugs. Lamborghini’s en Ferrari’s. En vrouwen. No mistake.
Binnenkort begint Zomergasten weer. De oude man denkt terug aan die uitzending van jaren geleden waarin Herbie Hancock het elegante trompetspel van zijn voormalige Meester van de Improvisatie vergelijkt met een steentje dat over het water ketst, de golven maar nauwelijks rakend. ‘Het is lastig om te beschrijven wat we deden. We speelden geen akkoorden meer. We spraken dingen nooit in detail af. We lieten het gewoon gebeuren. Iedere speler was wel ergens mee bezig en je moest gewoon je oren, je ogen en vooral je hart openhouden.’ En hij herinnert zich de keer dat hij een afschuwelijke valse noot aansloeg en wel door de grond wilde zakken van schaamte. Maar de bandleader Miles Davis werd even stil en sloot aan bij de noot en improviseerde de weg terug naar huis. Er bestaan geen vergissingen. Alles is feedback. En alles en iedereen is ingebed in relaties. ‘Kom je nog uit bed’, en de oude man is zo blij dat hij weer weet wat het is om in een relatie te zijn. Buiten relaties bestaat hij niet. Niemand niet.
Hij ruikt het warme brood en schuifelt nog steeds op het plukken van de bas de keuken in waar zij thee opschenkt en zonder zich om te draaien vraagt of die verschrikkelijke muziek alsjeblieft uit mag en of hij alsjeblieft iets anders op wil zetten. ‘Spiegel im Spiegel van Arvo Pärt goed?’ Alsjeblieft is haar antwoord. Drie keer alsjeblieft is ruim genoeg en de oude man beantwoordt graag haar vraag.
Waarom vasthouden aan die domme drang jezelf af te scheiden en daarmee dat subtiele verlangen naar eenheid en verbondenheid geen ruimte geven? Ik ben ik. Jij bent jij. Dat speelt zich af in onze analytische geest vol schema’s en afperkingen. En in dat onderscheid moet ik uitkijken dat ik mijzelf niet onder schijt, denkt de oude man.
De oude man schrijft na het ontbijt in twee tellen een kort gedichtje met een vraag aan zijn Engel, dus in het Engels...
So what?
How
do we come
back
with nature
instead of our
constant
inner and outer
combat?
Why that drive
to hide or
to be a Hero
and neglect
our Hera
inside?
Time
to take another chance, rebalance
and dance
with the dangers
again,
as Walcott once proclaimed,
welcoming the stranger
who appears to be yourself,
whom you ignored for another.
And the Stranglers
sing their song:
No more Heroes
anymore
and the automatic
correction gives Connection
So what
if I did
Hero and Hera?
Whole in One