Column: Blunder of groeistuip?
Over het algemeen kan ik behoorlijk vrolijk worden over mijn eigen blunders. Niet op het moment zelf maar – bijna altijd – wel achteraf. Naarmate ik ouder word, heb ik het gevoel dat mijn geblunder wel wat minder wordt. Misschien heeft dat te maken met mijn manier van kijken. Want wat is een blunder? Volgens het woordenboek een bijzonder domme fout. Volgens Wikipedia een die grote gevolgen heeft voor de partij die de fout maakt. Maar wat is dan een domme fout? Dat is een lastig te beantwoorden vraag. Een vertrouwelijke notitie zichtbaar voor journalisten onder je arm dragen zodat deze op de voorpagina van alle kranten komt, is door velen zo bestempeld. Maar wanneer achteraf blijkt dat iemand geschokt door een bericht over de eigen gezondheid zo snel mogelijk naar huis probeert te komen, is het ook weer begrijpelijk. Bovendien brengt deze onbedoelde ‘blunder’ uiteindelijk wellicht zelfs een positieve beweging in de vigerende bestuurscultuur in Den Haag. Wanneer ik terugdenk aan mijn loopbaan tot nu toe heb ik meer dan eens het schaamrood op mijn kaken gehad. Na een mislukte lezing als startende spreker. Of in een internationale setting omdat ik het lastig vond me goed uit te drukken in een andere taal. Omdat ik een stukje schreef waar ik achteraf spijt van had, of als ik iets gezegd had wat verkeerd kon worden uitgelegd. Of omdat ik iemands naam en gezicht vergeten was, terwijl ik deze persoon toch uitgebreid had gesproken. Dat waren zeker niet mijn meest gemakkelijke momenten, maar als ik er naar kijk met zelfcompassie, zie ik toch vooral een goedwillende (jonge) professional met last van groeistuipen. Ik geloof niet zo in het concept ‘blunderen’, dat ik toch vooral associeer met (ver)oordelen. Ik denk liever in termen van ontwikkeling. Want het is een cliché, maar van mijn ‘fouten’ heb ik meer geleerd dan van al mijn geslaagde optredens. Omdat ze me zijn bijgebleven, hebben aangezet tot reflectie en tot verdere groei. En dat is ook de manier waarop ik met mijn cliënten naar hun – in hun ogen grote – ‘blunders’ kijk: als springplank om te groeien als persoon, als professional en als oefening in zelfcompassie. Zijn er dan helemaal geen momenten meer over waar ik nog steeds niet om kan lachen? Jazeker! Want toen ik laatst een boekje met aantekeningen na een sessie met het team van een cliënt in het conferentieoord had laten liggen, werd ik eerst heel rood en toen heel bleek. Ik had tenslotte mogelijk mijn belangrijkste waarde in het vak – strikte vertrouwelijkheid – geschonden. Toen ik er uiteindelijk achter kwam, dat mijn cliënt het boekje toen ik al weg was had meegenomen, was ik opgelucht en beschaamd tegelijk. En dat voel ik eerlijk gezegd nog steeds. Dat hij later – toen hij me het boekje weer overhandigde – tegen me zei “geen probleem, we passen goed op elkaar” heeft wel veel goedgemaakt. Het zegt ook veel over deze persoon en hoe hij in zijn werk en leven staat. Daar ben ik hem nog altijd dankbaar voor, ook voor zijn voorbeeld in compassie, en dat zal ik zeker nooit vergeten.
Deze column verscheen in het Tijdschrift voor Coaching 2021-2 over 'blunderen'. Lees meer of neem een abonnement op www.ProfessioneelBegeleiden.nl
Prof. dr. Yvonne Burger is deeltijdhoogleraar bij het VU Center for Executive Coaching, organisatieadviseur, toezichthouder en executive (team)coach. www.yvonneburger.nl