Column: Corona en positieve psychologie-3
Het houdt maar niet op, deze pandemie. En iedereen krijgt er ook een beetje genoeg van waarbij de irritaties beginnen op te lopen. Halvegaren krijgen steeds meer ruimte voor hun verzonnen complottheorieën en er ontstaat irritatie over het RIVM en de overheid. Je kunt je afvragen in hoeverre de positieve psychologie een bijdrage kan leveren aan het opvangen van de epidemie. Dat zou kunnen via het versterken van veerkracht en het beperken van de mentale gevolgen. Maar is er meer te zeggen?
Het valt mij op dat het RIVM een sterk medisch gekleurd epidemiologisch model hanteert en minder een echt populatie model. Je merkt dat bij de mondkapjesdiscussie. Het RIVM geeft aan dat het dragen van zo’n mondkapje maar een beperkte invloed heeft. Ja op het individu, natuurlijk. Maar toch: ik draag een mondkapje en puur fysiek houdt dat een deel van mijn virusdeeltjes binnen als ik besmet zou zijn. Vast niet alles. En als ik een mondkapje draag krijg ik minder virusdeeltjes binnen van een ander. Het is geen 100% beveiliging maar het helpt toch iets. Al was het alleen maar omdat er een relatie is tussen de hoeveelheid virusdeeltjes die je binnenkrijgt en de ernst van de symptomen. In een epidemiologisch model blijkt dat een kleine verandering in leefstijl al snel tot flinke veranderingen leidt op populatieniveau. Zo weten we dat als we allemaal één ongezonde snack per dag minder eten, dat kan leiden tot een vermindering van hart en vaatziekten van in ieder geval 3,5%. Dus kleine verschillen zoals het dragen van een mondkapje kan leiden tot grote veranderingen in de prevalentie.
Een tweede punt is dat in het Outbreak Management Team, dat het kabinet adviseert over de te nemen maatregelen, veel medici maar geen gedragsdeskundigen zitting hebben. Dat kan verklaren waarom we allemaal beperkende maatregelen over ons heen krijgen maar zonder instructie hoe daar mee om te gaan. Ik heb nog geen enkele advertentie gezien, anders dan over de corona app, die er op ingaat op welke manier je vriendelijk afstand houdt, hoe je iemand daar op kunt wijzen, hoe je een mondkapje gebruikt, hoe je je kinderen instrueert, hoe thuiswerken niet hoeft te leiden tot eenzaamheid, hoe het beste met ouderen en kwetsbare mensen omgegaan kan worden. Het is echt het medische model dat wordt toegepast: diagnose en recept zonder leefstijlinstructie. En dat leidt in de zorg zonder corona al tot veel problemen van mensen die niet eens voorgeschreven medicijnen slikken of hun ziekmakende leefstijl niet weten aan te passen. Gedragsdeskundigen zoals positieve psychologen kunnen aangeven hoe mensen te bewegen zijn om zich verantwoord te gedragen bij een epidemie als corona. Zij kunnen aangeven waar de beloning zit van dat gedrag en zij beseffen dat een advies alleen, zonder toelichting voor veel mensen lastig is om op te volgen. Naast positieve psychologen kunnen ook jongeren en mensen van een diverse culturele achtergrond meedenken hoe specifieke groepen effectief bereikt kunnen worden.
Er zijn nogal wat positieve psychologen werkzaam bij GGD’s en bij gemeentes. Misschien zouden zij eens gezamenlijk kunnen nagaan welke invloed zij zouden kunnen hebben op de corona epidemie waar we voorlopig nog niet van af zijn.
Jan Walburg was één van de pioniers van de positieve psychologie in Nederland. Hij vervulde een bijzonder hoogleraarschap positieve psychologie aan de Universiteit Twente, was voorzitter van de raad van bestuur van het Trimbos Instituut en stond aan de bakermat van het Tijdschrift Positieve Psychologie. In 2008 bracht hij het boek Mentaal Vermogen: Investeren in Geluk uit en in 2015 het boek Positieve Gezondheid. Sinds 2018 houdt hij zich bezig met de invloed van de gebouwde omgeving op mensen en met muziek.