Column: Leefstijl
Eind november stuurde een aantal deskundigen op het gebied van gezondheid een open brief aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zij gaven daarin aan dat de kwetsbaarheid van mensen voor het COVID-19 virus samenhangt met de kwaliteit van hun immuunsysteem. Zij pleitten voor een communicatiecampagne gericht op verbetering van leefstijl omdat een gezonde leefstijl de kans op een beter immuunsysteem verhoogt. Dat is een goed punt en het ondersteunen waard. Een gezondere leefstijl biedt niet alleen meer bescherming tegen virussen maar ook tegen veel vormen van kanker, hart- en vaatziekten en dementie. Alleen al aan kanker overlijden per jaar 45.000 mensen en aan hart- en vaatziekten 37.000 mensen (CBS, 2020) en aan de gevolgen van het roken 20.000 (rokeninfo.nl). Veel meer dus dan aan COVID-19 (tot nu bijna 10.000 doden). Goede redenen dus en een goede aanleiding om aandacht te vragen voor het verbeteren van leefstijl.
Campagne?
Nu is het zeer de vraag of een communicatiecampagne het meest geëigende is om de leefstijl in een bevolking te verbeteren. Hoelang communiceren we dat al niet? Is er wel evidentie beschikbaar dat een leefstijl met een communicatie te verbeteren is? Voor zover ik weet, is dat niet overtuigend. We zien rond corona dat veel mensen niets moeten hebben van overheidscommunicatie. En we weten ook dat als je zeer indringend tegen iemand zegt dat die moet stoppen met roken/gezonder moet eten/matig moet drinken/meer moet bewegen er niet zo heel veel verandering optreedt. Dat komt natuurlijk omdat leefstijl samenhangt met veel sociaal maatschappelijke aspecten. Zoals armoede of opleidingsniveau en etnische achtergrond. Zo’n campagne is heel duur en het is zeer de vraag of het helpt om gedrag, dat zo sterk maatschappelijk verankerd is met de sociaal maatschappelijke positie van iemand, met een aantal flyers en tv-spots te lijf te gaan.
De achtergrond van de ondertekenaars is vooral een medische en dat zou wel eens de reden kunnen zijn dat het advies eenzijdig is.
Gezamenlijk aan de slag
Voordat er überhaupt maar gedacht wordt aan interventies op het gebied van leefstijl zouden partijen zich bewust moeten zijn van het meerdimensionale karakter van gezondheid dat lichamelijke, mentale, sociaal-maatschappelijke en spirituele aspecten heeft.
Vervolgens heeft verandering van leefstijl in de bevolking alleen een kans als alle maatschappelijke partijen die daarbij betrokken zijn hun deel van het werk doen. Bedrijven, scholen, zorgorganisaties, welzijn, maatschappelijke organisaties, kerken, sportverenigingen, middenstand, boeren en dan vergeet ik ook vast nog een aantal. Al deze partijen zullen, op lokaal niveau bij elkaar moeten komen om af te spreken wat zij kunnen betekenen als het gaat om leefstijl verbetering. En de gemeente is de beste partij om zoiets te regelen, te monitoren en aan te jagen. Verandering van leefstijl is niet alleen iets wat je inzet als er een ziekte is. Dat heeft aandacht nodig gedurende de gehele levensloop. Van voor de geboorte tot de laatste snik. Een vroege start is het beste begin, dus in de kraamzorg.
En tenslotte is een gezonde leefstijl niet van bovenaf op te leggen. Gemeenschappen moeten dat zelf inzetten, daartoe aangemoedigd en ondersteund door gemeentes. Dus, leefstijl verandering is prima, maar dan wel vanuit een meerdimensionaal gezondheidsconcept, de brede betrokkenheid van maatschappelijke partijen die zelf hun inzet vaststellen, leefstijl versterking in de gehele levensloop èn bedacht en uitgevoerd in lokale gemeenschappen.
Jan Walburg was één van de pioniers van de positieve psychologie in Nederland. Hij vervulde een bijzonder hoogleraarschap positieve psychologie aan de Universiteit Twente, was voorzitter van de raad van bestuur van het Trimbos Instituut en stond aan de bakermat van het Tijdschrift Positieve Psychologie. In 2008 bracht hij het boek Mentaal Vermogen: Investeren in Geluk uit en in 2015 het boek Positieve Gezondheid. Sinds 2018 houdt hij zich bezig met de invloed van de gebouwde omgeving op mensen en met muziek.