Column: Slavernij
Kan je met positieve psychologie uit de voeten als het gaat om maatschappelijke kwesties? Psychologie gaat in principe over het individu, positief of niet. Toch biedt de essentie van de positieve psychologie een aanknopingspunt. Positieve psychologie gaat over de bestudering van condities die de bloei en het welbevinden van mensen bevorderen. Dat gaat over individuen maar ook over de systemen waar die individuen deel van uitmaken. Zoals een gezin, of een vriendschappelijke relatie. Werk of school. Een gemeenschap.
Een ongemakkelijke actuele maatschappelijke discussie gaat over slavernij. Helaas raakt die discussie meer en meer gereduceerd tot de vraag: excuses aanbieden of niet? Vanuit de positieve psychologie weten we dat het aanbieden van excuses voor iets waar je spijt van hebt relaties weer kan herstellen of openen. Als de ander vergevingsgezind reageert is dat een goed begin van herstel. In het geval van de slavernijdiscussie gaat het om excuses voor iets wat meer dan anderhalve eeuw geleden in principe ophield te bestaan. Nederland tekende in 1814 het verdrag tot stopzetting van de slavenhandel en in 1863 werd de slavernij in feite afgeschaft. Er zijn dus geen direct belanghebbenden meer aan wie je excuses kunt aanbieden. Dat is toch anders dan bij de jodenvervolging of misdrijven in het koloniale verleden. Dat zijn ook verschrikkelijke gebeurtenissen; diepe schanddaden waarvoor het aanbieden van excuses een magere reactie is, maar toch aangeboden aan mensen die direct leed hebben ervaren en die iets kunnen hebben aan die excuses. In de wereldgeschiedenis is er buitengewoon ruw omgegaan met mensen. Met textiel- en fabrieksarbeiders, met mensen van andere religies, met homoseksuelen, met burgers van andere volken tijdens de oorlog, met vrouwen. Die kregen bijvoorbeeld pas in 1919 actief stemrecht. Nog maar net 100 jaar geleden. En dat recht gold dan nog niet eens voor alle vrouwen. In Rusland was er tot 1861 nog lijfeigenschap, vergelijkbaar met slavernij. Het zijn allemaal heel pijnlijke onderdelen van onze geschiedenis die niet hadden mogen gebeuren maar het is de vraag of je iets van die pijn wegneemt met excuses. Die veranderen het verleden niet en als er geen direct betrokkenen meer zijn, is het ook psychologisch en materieel minder relevant. Ik maak me bijvoorbeeld geen illusie over het verleden van mijn voorouders. Ik weet bijna zeker dat het kleine uitgebuite boeren waren die keihard moesten werken voor een herenboer. Niet te vergelijken met slavernij natuurlijk, maar ik kan daar toch met compassie aan denken. Ik zou daarbij niet weten wiens excuses mijn medeleven weg zou kunnen nemen.
Vanuit de positieve psychologie hebben we de overtuiging dat mensen eerder getrokken worden door de toekomst die ze voor zich zien, dan dat ze geduwd worden vanuit het verleden. Biedt dat een opening? Zijn alle voorbeelden van uitbuiting niet het gevolg van ongelijkheid? Een groep voelt zich superieur aan een andere groep en meent dat dit aan de eigen groep het recht geeft om het leven van de andere groep in te perken. Zeker als het de superieur geachte groep voordeel biedt. Dat zou de grote les kunnen zijn over uitbuiting en slavernij. Een inbreng vanuit de positieve psychologie zou dan zijn dat de slavernij ons leert om ongelijkheid te identificeren en tegen te gaan. En die vormen van ongelijkheid zijn er meer dan genoeg in het heden. Daarvoor hoeven we echt niet alleen meewarig naar het verleden te kijken. Verschil in kansen in het onderwijs, in inkomen, in gezondheid, in ontplooiing. En de verschillen nemen alleen maar toe. Los van de erkenning van de misdaad van de slavernij en andere vormen van uitbuiting, kunnen we naar de toekomst kijken en discussiëren over de noodzaak om breed gedragen acties uit te voeren die verschillen kleiner maken. Dat is ingewikkelder dan excuses maken.
Leven is leren. Geschiedenis is leren. Wat we kunnen leren is dat ongelijkheid leidt tot onrechtvaardigheid. En dat, als we goed om ons heen kijken, er talloze voorbeelden zijn van onnodige ongelijkheid die mensen nu in hun ontwikkeling belemmert. Problemen uit het verleden hebben lange uitlopers naar het heden. Dat is de plek waar handelen zin heeft. Voor die conclusie heb je de positieve psychologie niet eens nodig. Maar de positieve psychologie biedt wel een aanknopingspunt om vanuit een doorleefd besef van het verleden naar het heden te kijken. En vooral om een sterk toekomstperspectief op te bouwen. Dat geldt voor de individuele mens maar evenzeer voor gemeenschappen.
Jan Walburg was één van de pioniers van de positieve psychologie in Nederland. Hij vervulde een bijzonder hoogleraarschap positieve psychologie aan de Universiteit Twente, was voorzitter van de raad van bestuur van het Trimbos Instituut en stond aan de bakermat van het Tijdschrift Positieve Psychologie. In 2008 bracht hij het boek Mentaal Vermogen: Investeren in Geluk uit en in 2015 het boek Positieve Gezondheid. Sinds 2018 houdt hij zich bezig met de invloed van de gebouwde omgeving op mensen en met muziek.