Jeugd psychisch ongezond, maar wel gelukkig?
Het welzijn en de psychische gezondheid van de jeugd in Nederland houdt de gemoederen flink bezig. Daarom is het jammer dat ons beeld over de psychische (on)gezondheid van jongeren verre van compleet is.
“1 op de 12 jongeren is psychisch ongezond” kopt het CBS op 6 november j.l. Een conclusie die het CBS baseert op basis van cijfers uit 2015/2017 van de Gezondheidsenquête. “Nederlandse jeugd nog steeds gelukkig, maar schooldruk neemt toe” was de kop van het nieuwsbericht waarmee de Universiteit Utrecht, het Trimbos-instituut en het Sociaal en Cultureel planbureau op 5 september j.l. het nieuwste HBSC-onderzoek naar buiten brachten. Hoe verhouden deze twee onderzoeken zich tot elkaar?
Te kort door de bocht?
Beide conclusies kloppen op basis van de beschikbare cijfers en zijn bovendien goed te verdedigen en uit te leggen. Tegelijkertijd laten ze zien dat we nog (te)veel niet weten over de psychische gezondheid van onze jeugd. Ik zet er nog twee koppen naast van afgelopen zomer: “Studenten vallen bij bosjes uit met psychische problemen”. En: “Onderste steen boven om de zelfmoord-piek onder jongeren te verklaren”. Ook aan deze berichten liggen onderzoeken en cijfers ten grondslag. Je zou dus denken: zoveel cijfers, dan weten we toch wel hoe het zit? Jammer genoeg is dat niet het geval.
Zelfrapportage geeft ander beeld
Laten we even beginnen met de cijfers van het CBS. Belangrijk is om te vermelden dat het hier om zelfrapportage gaat, en dat dit vaak tot hogere scores leidt dan een klinische diagnose. Een relativering, die ik deze zomer optekende uit de mond van een van de jongeren die ik interviewde ter voorbereiding op mijn inauguratie, is hier echter ook op zijn plaats. De meeste jongeren die ik sprak lijken het normaal te vinden dat je tevreden kan zijn met je leven, maar toch ook problemen of moeilijkheden kan ervaren. Of zoals 1 jongere het zei: Ik denk dat je je tegelijkertijd gelukkig kan voelen en ook af en toe somber kan zijn. Dus dat je over het algemeen vindt dat je een leuk leven hebt, maar dat je soms ook ongelukkig bent of te druk. Dat hoort er gewoon bij in het leven.
CBS-cijfers: belangrijk puzzelstukje
Dat wil niet zeggen dat de data van het CBS niet waardvol zijn. Integendeel; ze vormen een belangrijk stukje van de puzzel en laten zien dat er een groep jongeren is die kwetsbaar is voor psychische problemen en dat die groep door de jaren heen wat groter lijkt te zijn geworden.
Tegelijkertijd ontbreken op dit moment in Nederland nog steeds landelijk representatieve cijfers over het vóórkomen, het verloop en de gevolgen van psychische problemen en stoornissen bij jongeren tot 18 jaar. Hierdoor kunnen we de ontwikkeling van psychische gezondheid niet volgen in een belangrijke en kritieke periode voor het ontstaan en de ontwikkeling van bijvoorbeeld depressies en angststoornissen, namelijk de adolescentie.
Onbeantwoorde vragen
Door het ontbreken van een longitudinale bevolkingsstudie naar de psychische gezondheid onder jongeren, kunnen we een aantal fundamentele vragen niet beantwoorden zoals:
- Hoeveel jonge mensen tussen 12 en 18 jaar hebben op dit moment een psychische aandoening zoals angststoornis, ADHD, OCD of Gedragsstoornis?
- Welke jongeren lopen het meeste risico op psychische aandoeningen?
- Wat zijn beschermende en risicofactoren voor het ontstaan van psychische aandoeningen?
- Op welke groepen jongeren kunnen we het beste preventieve interventies inzetten?
- Welke jongeren komen er in de zorg vanwege psychische problemen en welke niet?
Meer onderzoek nodig
We hebben meer en ander cijfermateriaal nodig dan momenteel voorhanden is. Verschillende organisaties, waaronder GGZ Nederland, pleiten voor diepgravend epidemiologisch onderzoek naar de psychische gezondheid onder jeugdigen. Een longitudinale bevolkingsstudie gericht op psychische problematiek onder jongeren is essentieel om bovengenoemde fundamentele vragen voor beleid, wetenschap en praktijk te beantwoorden en de psychische gezondheid van jeugd echt goed in beeld te brengen.
Juist omdat de adolescentie een periode is van mogelijkheden, maar ook een van kwetsbaarheid en risico's, is het belangrijk om hier meer over te weten en de gegevens steeds in de juiste context te zien en plaatsen.
Marloes Kleinjan werkt als programmahoofd van het programma Epidemiologie & Research support bij het Trimbos-instituut en als hoogleraar Youth Mental Health Promotion aan de Universiteit Utrecht.