Krijg jij positieve feedback?
Grosso modo zijn er drie soorten feedback. Er is positieve feedback (‘goed gedaan’), negatieve (‘kan beter’) of een combi ervan (‘hoe doen we dit beter’). Deze laatste krijgen werkenden het meest, zo blijkt uit onderzoek van Jobat en de KU Leuven.
Constructieve negatieve feedback wordt in de vakliteratuur ook wel als ‘tough love feedback’ omschreven. “Op zich is het negatieve feedback, maar tegelijk drukt de gever van dergelijke feedback er ook zijn geloof mee uit in het potentieel en de bekwaamheid van de medewerker. En ook hulp om het presteren van die medewerker te verbeteren”, vertelt Emma Heine van de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen aan de KU Leuven.
In het onderzoek van Jobat en de KU Leuven werden 770 werkende mensen bevraagd. Van alle feedback die zij de afgelopen drie maanden ontvingen, kregen zij vooral dergelijke tough love feedback (‘Je hebt het niet goed gedaan, maar ik wil je helpen hierin beter te worden’), gevolgd door positieve feedback en als minste negatieve feedback.
Motiveren
Een belangrijke conclusie is dat het effect van tough love feedback en van positieve feedback hetzelfde lijkt te zijn.
“Dat is opvallend aangezien positieve feedback met name over goed werk en het geven van complimenten gaat. Terwijl tough love feedback medewerkers net aanspreekt op aspecten in hun werk waar bijsturing noodzakelijk is”, stelt Heine vast.
“Deze resultaten geven indicaties dat je als leidinggevende dus zowel medewerkers die goed presteren als medewerkers die minder goed presteren met effectieve feedback kan aanspreken. En je beide groepen kan motiveren en tevreden houden”, stelt ze. “Want hoe je het ook draait of keert, soms kan je als leidinggevende niet om negatieve feedback heen.”
Ten slotte wordt feedback door de ontvangers ook anders aangevoeld, en spelen onder meer leeftijd en geslacht hierbij een rol. Zo lijken mensen naarmate ze ouder worden feedback minder te accepteren. “Bovendien lijken mannen in het algemeen meer negatieve feedback te verwachten dan vrouwen.” (bron: Jobat | William Visterin)