Ockhamvraag

Maakt fietsen gelukkig? Of fietsen we nu wat kort door de bocht?

Auteur(s)
Hein Zegers

 

Op eigen kracht. Ons verplaatsen met de fiets. In Vlaanderen en Nederland doen we het massaal. Maar worden we daar nu gelukkig van, van al dat peddelen? Op die hamvraag zoeken we hier een antwoord. Een wetenschappelijk antwoord, volgens het principe van het scheermes van Ockham: zo eenvoudig mogelijk, maar niet eenvoudiger. Maakt fietsen gelukkig? Op het eerste gezicht lijkt het antwoord duidelijk. We googelen ‘fietsen maakt gelukkig’. Onmiddellijk slaan meer dan 250 websites ons om de oren met ‘blijkt uit grootschalig onderzoek’,  ‘het is wetenschappelijk bewezen’, ‘recent onderzoek aan universiteit xyz toont aan’. En alles wat op het internet staat is natuurlijk waar. Dus: fietsen maakt gelukkig. Wetenschappelijk feit. Case closed. Hop, de fiets op! Of fietsen we nu wat te kort door de bocht? Laat ons eens neuzen in de wetenschappelijke artikelen waar onze fietsvrienden de mosterd halen. Wat blijkt nu? De onderzoeken waarnaar zij verwijzen, blijken correlationeel. Dat betekent dat de onderzoekers uitzochten of fietsen en geluk samengaan. Dat betekent nog niet dat fietsen gelukkig maakt.

Fietsen en ooievaars

Yule (1911) beschrijft een onderzoek in de Elzas waarbij per dorp de pasgeboren baby’s werden geteld. Tegelijkertijd werden ook per dorp de nestende ooievaars geteld. Wat bleek nu? Hoe meer ooievaars, hoe meer baby’s. Dus: het aantal ooievaars en het aantal baby’s gaan samen. Dit betekent niet dat ooievaars baby’s maken. Iedereen weet immers dat die uit bloemkolen komen, toch? Ooievaars en baby’s vormen een zogenaamde ’spurious correlation’: ze gaan samen, maar zijn geen oorzaak van elkaar. Net als het aantal doctoraten van burgerlijk ingenieurs samengaat met de consumptie per persoon van mozzarella (correlatie 95,86% in de VS, Vigen [2015]). Conclusie: Eet meer mozzarella als je openbare werken wilt stimuleren. Adopteer een ooievaar als je kinderen wenst. Of... fiets als je gelukkig wilt worden. Ook die laatste uitspraak is zinloos op basis van correlationeel onderzoek. Maakt fietsen nu gelukkig of niet? Op basis van correlationeel onderzoek is het meest correcte antwoord: ‘Dat weten we niet’. De enige manier om dit mysterie met enige wetenschappelijke zekerheid te ontrafelen, is door een experiment te doen. Een experiment met een toevallig samengestelde testgroep die een ‘start to bike’ doet, en een controlegroep die een ‘placebo-interventie’ doet (of op een wachtlijst komt’). Wanneer de  ietsgroep nadien significant gelukkiger blijkt, en de controlegroep niet, dan heb je wel wetenschappelijke argumenten om te zeggen: ‘Fietsen maakt gelukkig’.

Snor
De kans is wel groot dat fietsen uiteindelijk uit de wetenschappelijke bus komt als ‘goed voor ons geluk. Er is immers al veel onderzoek gedaan naar de gelukseffecten van lichaamsbeweging en gedragsactivatie’. En daar zijn de resultaten veelbelovend (Mazzucchelli et al., 2010). En fietsen is natuurlijk een vorm van lichaamsbeweging. Tenzij je de knop van jouw e-bike helemaal opendraait natuurlijk. Dan rij je niet meer op eigen kracht, en weten wetenschappers echt niet waar je met jouw geluk heensnort. ■

Hein Zegers is Belgies positieve psychologie-pionier. Zijn doctoraat (UvH Universiteit Utrecht) gaat over eenvoud, welzijn en zin.

Referenties
• Mazzucchelli, T.G., Kane, R.T.,& Rees, C.S. (2010). Behavioral activation interventions for wellbeing:  meta-analysis.The
  journal of positive psychology 5(2) ,105-121.

• Vigen, T. (2015). http://www.tylervigen.com/spurious-correlations
• Yule, G.U. (1911). Introduction to the theory of statistics.
   London: Griffin.

    Uw internetbrowser is verouderd.

    Voor een goede weergave is een recente versie van uw browser vereist.