Optimisme kun je trainen
Hoe blijf je optimistisch te midden van oorlog, klimaatverandering en privésores? Optimisme-onderzoekers Charlotte Vrijen en Bertus Jeronimus weten raad. ‘Mensen kunnen leren om in een positieve gemoedstoestand te komen en te blijven.’
Er zit veel mee in het leven van Sally Dukes, die een master internationale betrekkingen doet. En toch heeft ze niet het gevoel dat er veel reden is tot optimisme. Oorlogen, klimaatverandering, carrièregedoe, noem het allemaal maar op. ‘Ik ben maar gestopt om me er druk over te maken. Als de wereld ten onder gaat, kan ik daar niet veel aan doen’, zegt ze.
Sally is niet de enige die het moeilijk vindt om positief te blijven over de toestand van de wereld. ‘Je voelt absoluut een sfeer van paniek en negativiteit onder studenten aan de universiteit’, zegt de Finse student media studies Iiris Mäkelä.
Een op de vijf Nederlandse jongeren tussen de 16 en 30 jaar maakt zich zorgen om de klimaatcrisis, blijkt uit een rapport uit 2023 van onderzoeksbureau Ipsos. Ze zijn gestrest, voelen zich machteloos en slapen slecht. En dan is er nog de angst voor oorlog en de mentale druk om constant te presteren.
Positieve uitkomsten
Dat is natuurlijk zorgwekkend. Want niet alleen is optimisme een fijn gevoel, maar het is ook goed voor je. ‘Optimisme wordt gelinkt aan veel positieve uitkomsten’, zegt Charlotte Vrijen, die onderzoek doet naar optimisme. ‘Mensen die optimistisch zijn, zijn vaak gelukkiger, doen het in sociaal en academisch opzicht iets beter, hebben effectievere strategieën om problemen op te lossen en lijken hun emoties beter te kunnen reguleren.’
We kunnen dus wel wat meer optimisme gebruiken in ons leven. Maar wat weten we er eigenlijk over? Kan een pessimist leren om wat zorgelozer te worden?
Het antwoord: ja en nee. Of je het zonnetje in huis bent of een regenwolk, hangt deels af van zaken waar je zelf geen invloed op hebt, zoals je genen. ‘Uit studies met tweelingen weten we dat 25 tot 30 procent van je optimisme erfelijk is’, vertelt Vrijen. Er is misschien dan wel geen specifiek ‘optimisme-gen’, maar het is wel aannemelijk dat er diverse genen meespelen die allemaal een heel klein beetje effect hebben.
Omgeving
Hoe die genen tot uitdrukking komen, hangt af van de omgeving waarin je opgroeit. Hadden je ouders een optimistische kijk op het leven – een growth mindset – en geloofden ze dat je vaardigheden kunt ontwikkelen? Of hebben ze een fixed mindset en denken ze dat vaardigheden onveranderlijk zijn?
‘Met een growth mindset vergroot je je mogelijkheden en verlaag je je stressniveau, omdat je dan denkt dat je dingen kunt veranderen’, zegt Vrijen.
Nog een factor waar je zelf weinig aan kunt doen: het land waarin je geboren wordt. Dingen als een goed zorg- en onderwijssysteem en overheidssteun zijn van belang, legt hoogleraar klinische psychologie en ontwikkelingspsychologie Bertus Jeronimus uit. En dat geldt ook voor sociaal vertrouwen, het geloof in je medemens.
‘In landen die hoog scoren op sociaal vertrouwen zijn mensen vaak gelukkiger’, zegt Jeronimus. ‘Dat zie je bijvoorbeeld in Scandinavië, waar mensen veel vrijheid hebben en vertrouwen hebben in hun regering. Dat soort factoren maken 10 tot 15 procent verschil in hoe gelukkig iemand is.’
Emotion crafting
Maar dat betekent niet dat je niets kunt doen om je optimisme te trainen. Die growth mindset? Als je die niet van je ouders hebt meegekregen, kun je eraan werken om letterlijk van gedachten te veranderen.
Iiris heeft dat gedaan. ‘Ik dacht altijd dat ik gewoon slecht was in wiskunde en dat daar niets aan te doen was’, vertelt ze. Maar toen besloot ze haalbare doelen te stellen en hield ze zichzelf voor dat er geen gen is dat je slecht in wiskunde maakt. ‘En toen ging het de goede kant op.’
Optimisme is sterk verbonden met onze emoties. ‘Mensen die hun emoties goed herkennen en met die emoties kunnen omgaan, zijn gelukkiger’, legt Jeronimus uit. ‘Want emoties tonen je welke behoeften je hebt en wat belangrijk is voor jou.’
Als je dus optimistischer wilt worden, moet je eerst je emoties leren benoemen. ‘Je moet het zien als een gereedschapskist waarmee je genuanceerder na kunt denken over je emoties, en dat is belangrijk om ze goed te kunnen reguleren.’
Je wordt daar met de jaren beter in, maar het is ook een vaardigheid die je kunt ontwikkelen, zegt hij. ‘Mensen kunnen leren om in een positieve gemoedstoestand te komen en te blijven. Dat heet emotion crafting. Het gaat er in essentie om dat je ontdekt wat je leuk vindt en wat je gelukkig maakt en dat dan vaker gaat doen.’
Het is vooral belangrijk om hobby’s te vinden waar je blij van wordt, stelt Jeronimus. ‘De helft van de Nederlandse volwassenen heeft geen hobby. En dat is zonde, want daar kun je echt in duiken en het helpt je ook als je het geestelijk zwaar hebt.’
Afstand nemen
Iiris herkent ook hoe belangrijk het is om je emoties te kunnen reguleren. ‘Ik was echt nog een kind toen ik begon te studeren. Ik was snel gestrest en snel boos op mezelf. Maar nu kan ik rationeler nadenken in plaats van helemaal emotioneel te worden als er iets gebeurt.’
Wat haar hielp was haar gedachten op te schrijven precies zoals ze in haar opkwamen. ‘Ik ben me daardoor bewuster geworden van mezelf en ik kan beter afstand nemen van mijn gedachten.’
Sally gaat zoveel mogelijk naar buiten om te genieten van haar nieuwe thuis. ‘In de VS is alles ingericht op auto’s, dus hier loop ik graag naar mijn bestemming. Het heeft me een positievere blik op de wereld gegeven.’
Ze houdt zichzelf ook voor dat alles veel erger zou kunnen zijn. ‘Veel mensen lezen het nieuws en kijken tv en denken dat dit een heel gewelddadige tijd is, terwijl het nu vrediger is dan het ooit geweest is. Zelfs met alles wat er gebeurt, is het eigenlijk heel rustig’, zegt ze.
Niet altijd positief
Ook Iiris realiseert zich dat er altijd al vreselijke dingen gebeurden en dat die ook zullen blijven gebeuren, maar dat het niet helpt om je daar rot over te voelen. ‘Als je optimistisch naar dingen kijkt, kom je gewoon verder in het leven.’
Maar optimisme betekent niet dat je altijd maar overal positief over moet zijn, zegt Vrijen. ‘Mensen denken soms dat ze falen als ze niet gelukkig zijn. Maar emoties hebben een duidelijke functie. Als er iets verschrikkelijks gebeurt en je kunt geen verdriet voelen, is dat heel disfunctioneel.’
Het is misschien ook goed om anders te kijken naar wat geluk is, vindt Jeronimus. ‘We denken dan aan dat vrolijke, opgewonden gevoel, maar dat duurt maar even. Tevredenheid en rust zijn een meer duurzame en volwassen versie van geluk.’ (bron: Ukrant | May Tenhunen)