Tevredenheid op werk is geen voorwaarde voor een gelukkig leven
De Britse schrijfster Helen Russell onderzocht wat mensen gelukkig maakt in drieëndertig landen en schreef er een boek over. De Denen scoren het best op geluk op de werkvloer. Maar ook in landen waar ‘werk gewoon werk’ is, blijken de inwoners best tevreden.
In een vorig leven woonde en werkte de Britse schrijfster Helen Russell in Londen. Nog voor zeven uur ’s ochtends ging ze de deur uit om op tijd aan te komen bij de redactie van tijdschrift Marie Claire. Vaak kwam ze pas na tien uur ’s avonds weer thuis. Gehaast en gestrest leven was de normaalste zaak van de wereld. Maar toen ze vanwege het werk van haar man naar Denemarken verhuisde, ging er een wereld voor haar open.
De Denen werken weliswaar hard, maar daarnaast blijft er genoeg tijd over voor andere dingen. Zo nam Russells buurman elke dag de tijd om onder werktijd te gaan hardlopen en kunnen ouders gewoon zelf hun kinderen van school halen. De officiële werkweek in het land telt 37 uur, maar uit onderzoek bleek dat de Denen meestal niet meer dan 33 uur per week aantikken. De reden? De Denen hechten veel waarde aan een goede werk-privébalans. Ze hebben er zelfs een speciaal woord voor: ‘arbeidsglaede’, wat letterlijk ‘geluk op het werk’ betekent. In de praktijk betekent dit dat je de vrijheid hebt om je werk rondom je privéleven te organiseren in plaats van andersom.
Niet diepgaand, wel vrolijk
Russell ervoer deze werkcultuur niet alleen als bijzonder prettig, maar ook als gezond. Geïntrigeerd door de Deense cultuur van arbeidsglaede schreef ze een boek over haar nieuwe thuisland: The year of living Danishly, waarop later De Geluksatlas volgde.
“Nadat mijn boek over Denemarken uitkwam, kreeg ik opeens allerlei berichten en mails van mensen van over de hele wereld die met mij wilden delen van wat voor specifieke dingen mensen in hun thuisland gelukkig werden”, legt ze uit. Voor De Geluksatlas interviewde Russel vooral internationale kennissen en vrienden. Het is dan ook geen diepgaand boek, maar een vrolijk overzicht waarin de gelukscultuur in 33 verschillende landen onder de loep wordt genomen. Zo geloven de Chinezen dat materie er niet toe doet, worden Spanjaarden blij van in de bar of op straat biertjes drinken met vrienden en zweren wij in Nederland bij alles wat ‘gezellig’ is.
Vrienden, familie en natuur
Natuurlijk trof Russell ook universele voorwaarden voor geluk. “Bijna overal ter wereld worden mensen blij van tijd doorbrengen met vrienden en familie en zich begeven in de natuur”, legt ze uit. Over het algemeen bleken mensen in landen waar minder gewerkt wordt, gelukkiger. Dat wil zeggen, mits niet of weinig werken niet leidt tot armoede. Russel: “Als je ziek wordt in India kun je alleen naar een goed ziekenhuis als je geld hebt. In die zin is het hebben van geld wel degelijk gerelateerd aan geluk.” Maar Ironisch genoeg halen de Indiërs ook weer geluk uit ‘meer doen met minder’. Ze hebben er zelfs een speciaal woord voor – ‘Jugaad’ – waarmee wordt verwezen naar slimme maar simpele innovaties waarmee je iets voor elkaar kunt krijgen. Denk bijvoorbeeld aan de vrachtwagens die in elkaar zijn geflanst met onderdelen van oude legerjeeps.
Plezier op de werkvloer prioriteit in Denemarken
Het lijkt misschien moeilijk om voor te stellen, maar Russell kent werkelijk niemand in Denemarken die zijn werk stom vindt. Maar hier wordt dan ook alles voor uit de kast gehaald. Binnen bedrijven is nauwelijks hiërarchie, zo is het bijvoorbeeld volkomen acceptabel om je baas ergens op aan te spreken. En omdat de Denen torenhoge belastingen betalen kiezen de inwoners over het algemeen niet voor het grote geld maar voor werk wat ze leuk vinden. Vind je je baan toch niet zo leuk? Geen nood aan de man, want de overheid biedt herscholingsprogramma’s.
Geen leuk werk?
Fijn voor de Denen, maar wat betekent dit voor inwoners in landen waar werkgeluk niet zo hoog op de agenda staat? Volgens Russel hoeven die niet te treuren. Ook zonder een baan waar je voldoening uithaalt, kun je een gelukkig leven leiden. Dat merkte Russell tijdens gesprekken met Duitsers. Zij maken een veel duidelijkere scheiding tussen werk en plezier. “Ze zien werk als iets wat gewoon gedaan moet worden en waar je niet over moet zeuren”, legt de schrijfster uit. “In hun vrije tijd doen ze vervolgens dingen waar ze blij van worden.” De Grieken gaan nog een stapje verder. Vind je je baan echt niet leuk? Dan zoek je gewoon buiten je werk een passie waar je trots op bent, bijvoorbeeld koken of boetseren. ‘Meraki’, noemen de Grieken dat. “Wanneer je dagelijkse routine vervelend is, kan een meraki het leven toch de moeite waard maken.” (bron: MT Worklife | Hagar Jobse)