1 maart was het Nationale Complimentendag. Een mooie gelegenheid om uit te zoeken hoe je nou écht een goed compliment geeft. Zoals cabaretière Claudia de Breij al schreef in haar boek Neem een geit: "Houd nooit een compliment voor je." En waarom zou je ook?

Een compliment moet gemeend zijn. Zomaar zeggen dat de ander een leuke rok aanheeft, terwijl je dat helemaal niet per se vindt, is dus het tegenovergestelde van een oprecht compliment. Gelukkig weet Psychologie magazine wel raad. Hieronder een handleiding voor het geven van échte complimenten, waarmee je ieders dag een stukje beter maakt.

1. Geef een compliment over iemands persoonlijkheid, niet over iemands uiterlijk. Zijn mooie schoenen écht het leukste wat je kunt zeggen over de ander, of heeft dat toch meer te maken met zijn of haar sprankelende persoonlijkheid of positieve uitstraling? Iedereen kan immers iets leuks aantrekken, maar niet iedereen is aardig. 

2. Vergelijk iemand niet (onbewust) met anderen. Iets aardigs over iemand zeggen, betekent niet dat je tegelijkertijd een ander naar beneden moet halen. Toch doen we dit vaak - al dan niet onbewust. Denk maar aan een onschuldig klinkend compliment als: "Jij bent de beste van het stel!" Daarmee zeg je gelijk dat de anderen minder zijn. Niet nodig. Iemands kwaliteiten staan op zichzelf. Bovendien wakker je met zulke vergelijkingen alleen maar competitie en onzekerheid aan.

3. Stel een vraag. Sommige mensen worden zo ongemakkelijk van een compliment dat ze het gelijk afwimpelen. Dit voorkom je door gelijk een vraag te stellen, waarmee je ook nog eens interesse toont. Denk maar aan: "Wat kun je mooi schilderen. Welke kunstenaar is jouw grootste inspiratie?"

Een compliment geven is het dubbel en dwars waard. Dat bewijst de video hieronder maar eens, waarin je ziet hoe mensen reageren nadat iemand ze vertelt dat ze mooi zijn. Claudia de Breij had dus zeker gelijk met haar levensles dat je nooit een compliment voor je moet houden. (bron: Libelle)